Haeghe Ooievaar 1 – Promotie 2 : 4½ – 3½
DSC 3 – Haeghe Ooievaar 1 : 6 – 2
In november mocht ons eerste team – met wisselend resultaat – maar liefst tweemaal aan de slag.
Woensdag 13 november jl. behaalde ons eerste team een knappe 4½-3½ zege op Promotie 2. Dit ondanks een ELO-overwicht op 7 van de 8 borden voor de mannen uit Zoetermeer.
Bij een van mijn ronden langs de overige tafels zag op alle borden een stevige strijd. Ook bij Stefan op bord 1, die tegen de laagst geklasseerde speler van de tegenstander mocht aantreden, maar aanvankelijk zeker geen gemakkelijke avond had.
Alleen bij Jan (7) was er snel duidelijkheid: onze man was met zwart – met de dames eraf – een pion kwijtgeraakt. Zijn stukken werkten nog niet goed samen, zijn koning stond kwetsbaar en wit had wél het loperpaar. Dat leek een zware avond te worden.
In tegenstelling tot de 1e wedstrijd tegen Schaakmat vielen er geen snelle uitslagen (en veel remises).
Op de lagere borden was er een nederlaag voor onze
teamcaptain Aad (6) met wit, maar haalde Rob met zwart (5) wél het volle punt
binnen.
Jan raakte intussen ook nog een kwaliteit kwijt, probeerde het nog even maar
kon de nul niet afwenden. Gelukkig stond daar het volle punt van Theo (8)
tegenover: (in zijn eigen woorden)
“Ik (met wit) drukte de c en b pion naar voren. Met de koning nog in het midden en het paard op c3 onverdedigd. Zwart won hierdoor een pion. (Deze variant staat zelfs in de ‘’Opening Tree 2018’’ van ChessBase!) De zwarte dame verhoogde de druk op Pc3 en de koning. Echter deze dame werd gevangen, en de oplossing kostte zwart een stuk. In het eindspel werd de buit met een stuk meer binnengehaald.
Zwart heeft net Pf6?? gespeeld.
Er volgt: 1.Ta5, Pe4 2.Txa4, Pxd2 3.Kxd2
en wit heeft een stuk extra”
Op bord 1 heeft Stefan inmiddels zijn stukken naar de juist velden gedirigeerd – zijn speelwijze daar aan voorafgaand was voor mij niet doorgronden. Hij weet vervolgens wit een stuk afhandig te maken en daarna is het snel afgelopen.
Ook onze andere Theo (4) kwam tot een overwinning:
“Het was Sämischvariant van het Koningsindisch. Na de opening stond wit wat
beter en kreeg kansen op de damevleugel. Zwart zocht tegenspel op de andere
vleugel en werd gevaarlijk. Na diverse verwikkelingen ontstond er een
dame-eindspel met (voor wit) een pion meer. Zwart werd in de hoek gedreven en
mat gezet 1-0.”
Zelf (2) mocht ik het met wit tegen mijn eigen zwarte openingsrepertoire opnemen. Psychologisch altijd lastig. Tegengestelde rokades. Welke aanval zou als eerste doorslaan? Met de dames van het bord kreeg ik een voordelig eindspel, maar met weinig tijd op de klok (voor beiden) kon ik geen concreet winstplan bedenken, en nam ik een remiseaanbod aan.
Zoals wel vaker was Maurits nog als laatste bezig. Gelukkig stond er voor de wedstrijd niets meer op het spel. Maurits: “Ik speelde een goede partij, maar wist een eindspel met twee pluspionnen helaas helemaal te vergooien. Jammer, een nul dus!!!”
Daarmee kwam er weer een 4½-3½ overwinning tot stand.
Heel wat minder ging het bijna 2 weken later uit bij DSC in Delft.
De onderste 4 borden gingen met 4-0 ten onder. Invaller Jan (7) moest met wit als eerste het hoofd buigen. Alleen bij Rob (8) had er misschien wat meer ingezeten.
De bovenste 4 borden konden dit niet compenseren. Theo (4)
liet knap zien hoe je met zwart de Bird-opening moet bestrijden. Stefan (1) had
een razend ingewikkelde stelling waar na 1½ uur spelen nog alle stukken op bord
stonden. Met een goedgeplaatst kwaliteitsoffer verschafte ons topspeler de
volledige controle over de zwarte velden en besliste zo – in hogere zin – de
partij.
Ikzelf (2) kon niet aan mijn vormgebrek van de laatste maanden ontsnappen en
ging – na wat halve kansjes gemist te hebben – geruisloos ten onder. Maurits
ondertussen wist na een knap gespeelde partij een gewonnen eindspel met
(alweer) 2 pionnen meer te bereiken. Wat daarna in zijn hoofd gebeurde zullen
wij nooit weten want hij liet zwart helemaal terug in de partij komen en
verloor zelfs nog – jammer.
De vierde wedstrijd is al weer snel:
Woensdag 18 december thuis tegen DD 3.
Henk van Huizen
Haeghe Ooievaar 1 | 1774 | – | Promotie 2 | 1774 | 4½ | – | 3½ | |
1 | Stefan Bekker | 2330 | – | D.Th. Brinkman | 1573 | 1 | – | 0 |
2 | Henk van Huizen | 1903 | – | M. Wichhart | 1985 | ½ | – | ½ |
3 | Maurits Bons | 1716 | – | S.F.C. de Jong | 1858 | 0 | – | 1 |
4 | Theo van Orsouw | 1777 | – | R. Minnema | 1828 | 1 | – | 0 |
5 | Rob Warmerdam | 1699 | – | E. Guijt | 1733 | 1 | – | 0 |
6 | Aad van Eijk | 1586 | – | H. Kuipers | 1699 | 0 | – | 1 |
7 | Jan de Liefde | 1622 | – | H.T. Tan | 1781 | 0 | – | 0 |
8 | Theo van der Pol | 1558 | – | H. Minnema | 1737 | 1 | – | 1 |
DSC 3 | 1794 | – | Haeghe Ooievaar 1 | 1765 | 6 | – | 2 | |
1 | J. Laan | 1825 | – | Stefan Bekker | 2330 | 0 | – | 1 |
2 | A.A. Wiersma | 1887 | – | Henk van Huizen | 1903 | 1 | – | 0 |
3 | R.C.M. Smits | 1785 | – | Maurits Bons | 1716 | 1 | – | 0 |
4 | D. van Heijgen | 1802 | – | Theo van Orsouw | 1777 | 0 | – | 1 |
5 | C. Nobel | 1770 | – | Rob Warmerdam | 1699 | 1 | – | 0 |
6 | A. Bruschke | 1785 | – | Aad van Eijk | 1586 | 1 | – | 0 |
7 | H.T. van den Belt | 1733 | – | Jan van der Meer (i) | 1548 | 1 | – | 0 |
8 | B. van Dusseldorp | 1768 | – | Theo van der Pol | 1558 | 1 | – | 0 |
Bron: Haagse Schaakbond