Haeghe Ooievaar 1 – DD 3 : 6½ – 1½
Op woensdag 18 december speelde onze eerste team alweer de
derde wedstrijd in betrekkelijk korte tijd. Na de smadelijke 6-2 nederlaag eind
november in Delft konden we een oppepper wel gebruiken. Met het dat dan nog
puntloze DD 3 als tegenstander leek dit een goede gelegenheid.
Het leek er even op dat we in de ‘basisopstelling’ konden beginnen – Flip
maakte zijn rentree op bord 3 – maar met het lastminute uitvallen van Theo
hadden we ook deze keer toch nog een invaller nodig –Dominique op bord 8.
Na ruim 1½ uur spelen druppelden de eerste 2 remises binnen van Rob (5) en Aad (6). Zeker voor onze captain een kleine opsteker 2 achtereenvolgende pijnlijke verliespartijen.
Zelf mocht ik voor het eerste volle punt zorgen. Na een van beide kanten niet even optimaal gespeeld middenspel had ik (met wit) op de damevleugel een fijn overwicht opgebouwd.
Zwart probeerde met zijn laatste zet 25.,De7-f6? wat tegenspel te creëren. Een misrekening want wit wikkelt nu af naar eenvoud gewonnen eindspel. 26.Lb3×d5!,e6×d5 27.Df3×f6,g7×f6 28.b5-b6! Pion b7 is niet meer te verdedigen en de witte collega gaat doorlopen tot dame. 28.,Pg6-f8 29.Ta1-a7,Pf8-e6 30.Ta7×b7,Tb8×b7 31.Pd6×b7,Pe6×d4 32.Pb7-d8. Zwart had alleen gerekend op 32.Pd6, en na 32.,Pd4-f3+ 33.Kg1-f1 gaf hij zich gewonnen.
Dit gaf mij ruim de gelegenheid om eens de resterende borden
te inspecteren.
Stefan (1) zat met zwart tegen een dichtgeschoven stelling aan te kijken met
alleen de g- en h-lijn om over te spelen. Het leek mij – van opzij bekeken –
niet eenvoudig om hier nog een winst uit te halen, maar had er alle vertrouwen
in dat dat wél zou lukken – ergens.
Bij Flip (3) was duidelijk in de opening iets mis gegaan. Ten koste van een
pion was zijn tegenstander via de e-lijn de zwarte stelling binnengedrongen.
Onze man had nog net mat of stukverlies weten te voorkomen, maar ondertussen
lagen de losse zwarte pionnen voor het oprapen …
Bij Theo (4) zag het er nog minder vrolijk uit: met wit er een handvol pionnen
tegenaan gegooid voor de aanval. Maar als iets later de dames geruild zijn en
zwart heeft kunnen rokeren is de compensatie voor de drie pionnen erg mager.
Alleen een loperpaar en wat vage dreiginkjes richting zwarte koningsstelling.
Ik tel in gedachten zo 1 één en 2 nullen; de wedstrijdwinst zal dus bij de
laatste 2 borden vandaan moeten komen.
De stelling van Maurits (7) ziet er wel goed uit. Wit staat passief en zwart
heeft al 1 pionnetje buit.
Dat laatste geldt ook voor Dominique (8) met wit, maar zwart is in deze
dynamische stelling zeker niet kansloos.
Dan komen gestaag de uitslagen binnen.
Als eerste op bord 3: het is één om een goede tot gewonnen stelling te
bereiken, maar twee om deze ook daadwerkelijk te winnen. Zeker als het om een
toreneindspel gaat. Dat laatste had de witspeler nog onvoldoende onder de knie
en Flip – leeftijd/ervaring – net iets beter. Zwart kwam terug in de partij en
toen wit ook nog eens zijn toren onhandig op d4 parkeerde belande deze in een
geforceerd verloren stelling en gaf vervolgens op. Meevaller 1.
Op het bord ernaast had zwart zich inmiddels losgewerkt en de eigen stukken
actief gepositioneerd. Dit echter ten koste van 1-2 pionnen en vooral heel veel
tijd op de klok. Dit laatste zorgde ervoor – toen de partij net langzaam naar
een gelijkspel koerste – dat zwart een witte dreiging overzag een stuk verloor
en direct maar opgaf. Meevaller 2.
Dichtgeschoven stellingen geven meestal traag spel en kosten handenvol
bedenktijd. Dat laatste nekte de witspeler toen deze net iets te haastig het
enige actieve lichte stuk (paard) van zwart afruilde. Hierdoor ontstond er
precies een gaatje in de pionnenmuur waar Stefan zijn dame mee kon activeren –
en indirect ook zijn totaal passieve ‘goede’ loper. Dat werd wit al snel te
veel en zijn stelling stortte in. Wedstrijd overwinning veilig gesteld.
Vervolgens even rustig bekijken hoe groot de overwinning zal
worden.
Maurits heeft inmiddels een tweede pion gewonnen en nog steeds actievere
stukken. Dat laatste zorgt er mede voor dat de materiaalvoorsprong langzaam
groeit. Pas met 4 pionnen en een paard minder houdt wit het voor gezien. Ook
voor Maurits een goede opsteker na nederlagen.
Tot slot Dominique: daar is inmiddels iets niet helemaal goed gegaan. Zwart
heeft alweer 2 pionnen teruggewonnen en de witte stukken lijken niet goed samen
te werken. Dat laatste wordt nog eens versterkt als zwart met een kleine
combinatie nog weer eens 2 pionnen pakt. Dat geeft onze invaller wel de kans om
met dame en paard op de zwarte koning te jagen. Tijdnood is dan zeker niet
lekker om je hoofd koel te houden en zwart raakt – met schaak – ook nog een
loper kwijt. Gelukkig voor hem eindelijk wel een veilig plekje gevonden voor de
koning. Na dameruil denkt zwart nog even aan winst maar wit weet met paard
tegen 2 pionnen moeiteloos remise te houden.
Een iets geflatteerde overwinning, maar wel goed voor het moraal.
Onze volgende wedstrijd is op 29 januari 2020 (opnieuw thuis) tegen Scheve Toren 1 (uit Pijnacker).
Henk van Huizen
Haeghe Ooievaar 1 | 1804 | – | DD 3 | 1640 | 6½ | – | 1½ | |
1 | Stefan Bekker | 2330 | – | S. Cortenbach | 1833 | 1 | – | 0 |
2 | Henk van Huizen | 1903 | – | T. Vokurka | 1703 | 1 | – | 0 |
3 | Flip Oosterhout | 1781 | – | D.F.F.J.J. Diaz Maguiña | 1700 | 1 | – | 0 |
4 | Theo van Orsouw | 1777 | – | F. Wentholt | 1584 | 1 | – | 0 |
5 | Rob Warmerdam | 1699 | – | J.C.J. Smallenbroek | 1630 | ½ | – | ½ |
6 | Aad van Eijk (c) | 1586 | – | J.C.K.W. Bartel | 1628 | ½ | – | ½ |
7 | Maurits Bons | 1716 | – | R. de Ruiter | 1468 | 1 | – | 0 |
8 | Dominique Nierop (i) | 1637 | – | J. Shin | 1571 | ½ | – | ½ |
Bron: Haagse Schaakbond