DSC 4 – Haeghe Ooievaar 1 : 3 – 5
Maandag 29 oktober speelden wij onze 2e wedstrijd van het seizoen in Delft tegen DSC 4. Op papier het zwakste team van de poule dus een goede kans om de nare smaak (teleurstellend gelijkspel) van de vorige wedstrijd weg te werken. Dat dit uiteindelijk ook lukte ging echter niet zonder slag of stoot. Een kleine sfeerimpressie:
Het eerste halfuur was ik vooral bezig met de vraag: hoe alweer de Aljechin te bestrijden. Bij mijn eerste rondje langs de andere borden netto indruk: het kan nog alles worden. Alleen mijn buurman Stefan was hard op weg naar een (op het oog gelijkstaand) eindspel.
Niet verrassend was Stefan als eerste klaar (gewonnen). Met alleen randpionnen op het bord is simpel te zien dat zwarts a-pion net één zetje eerder op de onderste lijn is dan de witte h-pion. (1-0)
Ook ondergetekende pakte (snel) het hele punt, ook al ging de afwerking niet erg soepel. – Zie partijfragment onderaan dit verslag. (2-0)
De op het oog prima positie van Flip bleek toch wat tegen te vallen. Mooi zo’n batterij op de h-lijn richting zwarte monarch … maar met voldoende dekking ter plaatste mikte de zwartspeler terecht op een doorstoot in het centrum. Daar bleek de witte koning (niet gerokeerd) een iets te gemakkelijk doelwit. (21)
Bij Maurits stond het centrum op slot en leken torens en koningen wel aan hun startpositie vastgeschroefd. Het spel moest wel komen van de dames en de lichte stukken op zoek naar de ideale velden. Voor zijn doen ongebruikelijk had onze man meer tijd over op de klok dan zijn tegenstander.
Theo(5) stond er goed voor: prima plekje voor zijn dame, twee paarden en vrije d-pion + grote tijdvoorsprong. Nu alleen nog even de torens goed neerzetten …
Bij Rob evenwicht op bord en klok; nog wel veel stukken, kan nog alle kanten op.
Bij Theo(7) is er al wat meer van het bord verdwenen. Actief stukkenspel compenseert de vooruitgeschoven zwarte vrijpion. Wel al veel tijd gebruikt.
Dat laatste geldt ook voor Aad. Zwarte paard op g6 staat gepend en héél vaak aangevallen. Gelukkig ook héél veel verdedigers met kansen op een gerichte tegenstoot.
Ik reken op een heel punt voor ons bij Theo(5). Op de andere 4 borden zullen we dan nog de resterende 1½ punt bijeen moeten sprokkelen.
Als ik weer een rondje langs de borden maak is het even schrikken. Theo(7) blijkt een kwaliteit achter te staan – had ik in eerste instantie gemist – wat zijn lange nadenken verklaart. Prompt oogt de vrijpion veel dreigender en de witte stukkenactiviteit ongevaarlijk. Ik tel alvast een nul.
Bij andere Theo(5) gaat ook e.e.a. mis: de paarden en dame worden naar achteren gedrongen. Het zwarte loperpaar komt achter de pionnen vandaan. In mijn geestesoog zie ik minstens stukverlies. Nog een nul?
Ook bij Aad zie ik het somberder in: houdt zijn stelling het wel met zo weinig bedenktijd (1½ minuut)?
Het lijkt erop dat we voor een gelijksspel(!) afhankelijk zijn van overwinningen door Maurits en Rob.
Dan grijpt plotseling de wedstrijdleider in. De klok bij Aad is niet goed ingesteld: de spelers krijgen er geen ‘increment’ (10 s per zet). Een nieuwe klok wordt gereedgemaakt en beide spelers krijgen er rond zet 35 bijna 6 minuten bij. Dit geeft voor Aad zeker lucht.
Terug op het 5e bord blijkt er bij Theo heel veel afgeruild en staat de witspeler een gezonde pion voor – met kansen op meer. Hoe heeft hij dit geflikt?
Als er nog een pion af dreigt te gaan houdt de zwartspeler het voor gezien. (3-1)
Bij Rob gaat het plots ook crescendo: de witte tegenstoot in het centrum blijkt een boemerang; zeker als wit z’n dame in laat staan. Nog voor Rob dit presentje heeft gezien geeft zijn tegenstander zich gewonnen. (4-1)
Een gelijkspel hebben we al, maar zit er nog meer in? Niet bij Theo (7), die ondanks hard werken bij de keus tussen mat of dameverlies zich toch maar gewonnen moet geven. (4-2)
Ook bij Aad is het snel gegaan en … gewonnen. Die extra tijd op de klok heeft zeker geholpen. De eerste teamoverwinning van het seizoen is binnen. (5-2)
Als laatste is Maurits nog bezig. Daar heeft wit een belangrijk centrumpionnetje buitgemaakt. Dat kan de zwarte stelling niet hebben en gestaag sneuvelt er meer materiaal. Met voor beiden weinig tijd op de klok blijft zwart hopen op een wondertje … het mag niet helpen. (5-3)
Tot slot nog een fragment uit mijn eigen partij in de cruciale fase:
Diagram 1 Van Huizen-Smits stelling na 20.,Lxc3
Zwart heeft net mijn paard op c3 geslagen. Na het normale 21.Txe8+,Dxe8 22.bxc3 sta ik prima (én een pion voor!). Ik meende iets nog beslissenders te zien – alleen zat er wel een groot gat in mijn berekening.
21.Dxc6!?,Txe1+ 22.Txe1,bxc6 23.Te8+,Kh7 24.bxc3,…
Hier ergens begon bij mij te dagen dat de b-lijn wagenwijd open is komen te staan. Als zwart nu, of een zet later, zijn toren op b8 zet verdwijnt bijna alle venijn uit mijn dreiging pion naar d7: Tb1+ haalt met tempo de loper op c8 uit de penning. Ik heb nu 2 zetten nodig om mijn koning uit een mogelijk schaakje op b1 te halen.
24.,Kxh6 25.h3,Kg5? [nu komt mijn plannetje van zet 21 weer helemaal op z’n pootjes terecht] 26.d7,Lxd7 27.Txa8 +-
De zwarte a-pion gaat er nu ook vanaf en met een eigen vrijpion plus een kwaliteit extra zou winst niet lang meer mogen duren. Omdat ik nu plots spoken begon te zien had ik nog wel 10 zetten nodig om het volle punt te pakken.
Henk van Huizen
bord | DSC 4 |
1679 |
– |
Haeghe Ooievaar 1 |
1797 |
3 |
– |
5 |
1 |
R.C.M. Smits |
1765 |
– |
Henk van Huizen |
1921 |
0 |
– |
1 |
2 |
A.E. Kemeling |
1715 |
– |
Stefan Bekker |
2299 |
0 |
– |
1 |
3 |
C. Korving |
1672 |
– |
Flip Oosterhout |
1812 |
1 |
– |
0 |
4 |
E. Eveleens |
1675 |
– |
Maurits Bons |
1773 |
1 |
– |
0 |
5 |
S.J. Broos |
1642 |
– |
Theo van Orsouw |
1736 |
0 |
– |
1 |
6 |
R.F. Gelpke |
1678 |
– |
Rob Warmerdam |
1692 |
0 |
– |
1 |
7 |
J.G.H. Frissen |
1689 |
– |
Theo van der Pol |
1557 |
1 |
– |
0 |
8 |
G.H. Bilars |
1594 |
– |
Aad van Eijk |
1583 |
0 |
– |
1 |
Bron: Haagse Schaakbond